De oliecrisis van de jaren zeventig, wat een ellende was dat. Exploderende olieprijzen, uit de hand lopende inflatie, een wereldwijde recessie tot aan autoloze zondagen aan toe. De plotselinge herverdeling van wereldwijde koopkracht trok diepe sporen in de wereldeconomie. Consumenten en producenten in de geïndustrialiseerde landen zagen hun koopkracht uitgehold worden, waar de prinsen uit het Midden-Oosten van gekkigheid niet wisten wat ze met hun geld moesten doen. Het mag duidelijk zijn dat deze herverdeling niet zonder slag of stoot ging, met een bloedbad op de financiële markten als gevolg.
Wie verwacht dat je het omgekeerde krijgt als je vervolgens een inverse oliecrisis voor je kiezen krijgt, heeft het mis. Olie implodeert, maar geen hosanna voor de Westerse consument en al helemaal geen feestje op de beurs. Sterker nog, de laatste week geldt slechts één regel: hoe lager die olieprijs hoe lager de beurs.
Nu is het ook wel heel erg simpel geredeneerd dat een inverse oliecrisis tot een ommekeer van de effecten van de oliecrisis uit de jaren zeventig zou moeten leiden. De wereld heeft in die tussenliggende veertig jaar zeker niet stilgestaan, dus dat een lagere olieprijs momenteel heel anders op de wereldeconomie doorwerkt dan die hogere olieprijs toen, mag duidelijk zijn. Alleen al het feit dat de oliebaronnen van de wereld momenteel druk doende zijn om hun beleggingen te gelden te maken, geeft aan dat de weg omhoog er heel anders uitziet dan de weg omlaag.
Lagere olie, geen hogere consumptie?
Dat neemt niet weg dat het opmerkelijk is dat er van die lagere olieprijs tot nu toe nog nauwelijks een positieve impuls is uitgegaan naar de Westerse consument. Benzine en stookkosten dalen in een rap tempo, maar tot een sterke stijging van consumptieve bestedingen heeft het nog niet geleid.
En zo zijn er wel meer van die ijzeren economische wetten die de laatste jaren door het ijs zijn gezakt. Wat te denken van die enorme injectie van liquiditeit van centrale banken en de desastreuze gevolgen die dat voor inflatie zou hebben? We zijn al zeven jaar verder, maar de (hyper)inflatie laat nog steeds op zich wachten. Of wat dacht u van de enorme toename van de wereldwijde schuld? Meer vraag naar financiering (=meer schuld), leidt tot een hoger de prijs (=hogere rente), zou je denken, maar nee. Nog nooit stond de rente lager.
Als je er wat langer over nadenkt, kom je al snel tot de conclusie dat alle drie deze afwijkingen samenhangen met hetzelfde fenomeen: we sparen te veel. Meevallers belanden op de spaarrekening, liquiditeit blijft op de balans van de banken staan en de vraag naar schuld is sterker gestegen dan het aanbod ervan.
Sparen. Ooit was het een deugd. Inmiddels een bron van frustratie voor economen.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 25 januari 2016)
Filed under: column, Financieele Dagblad