Wie het licht precies op groen heeft gezet, zullen we waarschijnlijk wel nooit weten, maar het is duidelijk dat iemand op 30 oktober besloot dat obligaties en aandelen bij nader inzien toch koopwaardig waren. De weken daarvoor was het niets dan ellende, angst voor stijgende kapitaalmarktrentes, tegenstribbelende inflatie en zwakke guidance door bedrijven, maar op die bewuste maandag draaide de markt. Alles wat mis was, bleek opeens goed. De Amerikaanse kapitaalmarktrente daalde in de ruim drie weken die volgden van 5% tot onder de 4,4%, de S&P 500 steeg met ruim 10%, Europese aandelen met 8%, Japan met 6% en China met 3%.
Hiermee lijkt de Amerikaanse markt voor 2023 wederom als de winnaar uit de bus te komen. Kijk ik naar de resultaten van de MSCI Total Return-indices in lokale valuta’s, dan leverde een belegging in het VK dit jaar een rendement van 4% op, waren opkomende markten goed voor 7%, verdiende je 13% in Europa, maar staat de teller in de VS inmiddels alweer op 21%. Hiermee moeten de VS dit jaar alleen Japan (+30%) voor zich dulden, maar dat is voor een belangrijk deel een wisselkoersverhaal. Kijken we naar het rendement van de Japanse markt in dollars, dan staat de teller op ‘slechts’ 15%.
Is de Amerikaanse economie inderdaad oppermachtig?
Waar komt die superioriteit van de Amerikaanse aandelenmarkt toch vandaan? Stel je die vraag, dan krijg je doorgaans het antwoord dat dat komt doordat de Amerikaanse economie nou eenmaal dynamischer is. De bevolking vergrijst er minder snel, bedrijven krijgen meer ruimte om te groeien, de regelgeving is soepeler en daarnaast is de markt groot en homogeen. Een ideale voedingsbodem voor start-ups en zodoende is het geen wonder dat bedrijven als Alphabet, Amazon en Meta allemaal Amerikaans zijn.
Hoewel dat verhaal zeker klopt, is het niet volledig. De superioriteit van de Amerikaanse markt hangt ook sterk samen met het feit dat Amerikaanse aandelen stelselmatig duurder zijn geworden. Betaalde je in 2006 nog gemiddeld 16,6 keer de verwachte winst voor de Amerikaanse markt, inmiddels is dat opgelopen tot ruim 21 keer. Hiermee zijn de VS de enige regio waar de koersen van aandelen sneller stegen dan de onderliggende winst. AQR Capital Management becijferde eerder dit jaar in een studie dat naar schatting 70% van de superieure koerswinsten van de Amerikaanse bedrijven over de afgelopen dertig jaar toe te schrijven was aan duurder wordende aandelen en dat slecht 30% te danken was aan sterkere winstgroei.
Prachtige rendementen uit het verleden, bieden geen garanties voor de toekomst. Integendeel, des te duurder de Amerikaanse aandelen, des te groter de kans op een langdurige periode van middelmatige rendementen. Niet getreurd echter: Amerika mag dan wel duur zijn, de rest van de wereld is dat gelukkig niet.
(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 22 november 2023)