Kom ik afgelopen vrijdag bij mijn supermarkt, een tas vol lege flesjes en blikjes onder mijn arm, blijkt de statiegeldmachine kapot te zijn. Niet voor de eerste keer overigens, want drie weken geleden stond ik hier ook al beteuterd naar het ‘defect-briefje’ te kijken.
Wat te doen? Ik heb slechts één tas bij me en die zit vol met statiegeldspul, dus daar past geen boodschap meer bij. Teruglopen naar huis (tien minuten, het regent), alles thuis weer uitstallen, terug naar de supermarkt (tien minuten, zou de regen al gestopt zijn?) om alsnog mijn boodschappen te doen? Als ik het geld hard nodig zou hebben, zou ik dat nog wel doen, maar het feit dat ik altijd voor de ‘donatie van de maand-knop’ kies, zegt denk ik genoeg.
Bij de servicebalie verwijzen ze me naar een ander filiaal om daar mijn lege flessen in te leveren, met de woorden: ‘Ik hoop tenminste dat hun machine er niet ook uit ligt’. Het probleem, zo vertelt de medewerkster, is dat de net-niet-helemaal lege blikjes lekken, waardoor de statiegeldmachine op een goed moment vastloopt op limonade- en bierresten.
Het regent nog steeds….
Tien minuten op de bonnefooi naar het andere filiaal lopen om vervolgens twintig minuten naar huis te moeten lopen? Ik kijk eens naar de grijze wolken die overdrijven. Of ik die flessen en blikjes niet gewoon kan achterlaten, aangezien ik het statiegeld toch doneer, wil ik weten. Dat opent perspectieven, legt de medewerkster uit, want in dat geval kan ik mijn glas buiten in de glasbak gooien en de blikjes in de vuilnisbak. En de donatie van de maand dan? Schouders worden opgehaald, de volgende klant te woord gestaan.
Met een licht schuldgevoel gooi ik mijn flessen in de glasbak en slof vervolgens naar de vuilnisbak om me van de blikjes te ontdoen. Hier tref ik een ravage aan. Het metalen omhulsel van de vuilnisbak staat open, de vuilniszak hangt eruit en de helft van de inhoud is inmiddels op de grond beland. Waarom is mij niet helemaal duidelijk, maar dit beeld van vuilnisbakken en zwerfvuil zie je steeds vaker in de stad. Als ik mijn blikjes vervolgens in de vuilniszak wil stoppen, waarschuwt een oudere man mij dat ik dat ‘maar niet moet doen’. Dat alle vuilnisbakken in de stad openstaan komt doordat mensen op zoek zijn naar statiegeldblikjes om in te leveren, legt hij uit.
‘Onbedoelde gevolgen’ noemen economen dat: de ongewenste bijvangst van het beleid dat je voert. Statiegeld op blikjes leek een logisch en lovenswaardig idee, maar nu de stad op steeds meer plekken op een vuilstortplaats lijkt, begin ik daar toch ernstig aan te twijfelen.
(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 19 juli 2023)