Wie denkt dat het bruto binnenlands product (BBP) een accurate maatstaf is om de omvang en de groei van een economie weer te geven, moet het boek “GDP – a brief but affectionate history” van Diane Coyle uit 2014 maar eens lezen. Het 140 pagina’s tellende boek leest gemakkelijk weg en geeft een goed beeld waar het begrip vandaan komt en hoe het zich door de tijd ontwikkeld heeft. Na lezing kun je moeilijk anders dan concluderen dat de hele berekening van het BBP van nogal wat ad hoc-veronderstellingen aan elkaar hangt. Wat is bijvoorbeeld de toegevoegde waarde van een leraar? En hoe kunnen we meten of die van het ene op het andere jaar productiever (=groei) is geworden? Wat voor leraren geldt, geldt net zo goed voor ambtenaren: veelal worden ze op kostbasis (=salaris) bij het BBP opgeteld, ongeacht of ze nu daadwerkelijk meer zijn gaan ‘produceren’ of niet. Of hoe vergelijk je een computer uit 2012 met eentje uit 2016? Ze zijn wellicht even duur, maar die van 2016 is beter, krachtiger en je kunt er veel meer mee. Dat kwaliteitsverschil is een wezenlijk onderdeel van de groei van een economie, maar kun je slechts inzichtelijk maken op basis van veronderstellingen, niet door simpel naar geproduceerde en verkochte producten te kijken. Of wat te denken van de opkomst van gratis diensten als Wikipedia of nu.nl? Voor de berekening van het BBP doen deze nieuwe diensten grotendeels niet mee, maar ze gaan wel ten koste van groei in de oudere bedrijfstakken. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Preoccupatie met BBP…
Waarom ik nu al voor de tweede week op rij het BBP-cijfer op de korrel neem? Omdat ik het gevoel heb dat we ons te vaak blindstaren op die BBP-statistieken en daardoor verkeerde conclusies trekken. Een simpel voorbeeld is als we de Amerikaanse BBP-groei en banengroei over de periodes 1987-2006 en 2010-2015 met elkaar vergelijken. Waar de BBP-groei in de eerste periode rond de 3% bedroeg en in de tweede periode terugzakte naar 2%, was de banengroei in beide periodes precies gelijk: 1,5%. Gek genoeg hoor je niemand ooit iets zeggen over die stabiele banengroei, maar hebben we het alleen maar over die zwakke BBP-groei…
Nu kan ik absoluut niet uitsluiten dat de groei in de laatste periode ook inderdaad lager was, en uiteraard valt er ook wat af te dingen op de maatstaf banengroei: de ene baan is de andere immers niet. Toch is het vreemd dat we er collectief de voorkeur aan geven de maatstaf die concreet en makkelijk te meten is (banengroei) te negeren en vooral naar die (gekunstelde) BBP-groei te kijken. Wetend hoe die BBP-cijfers bij elkaar gesprokkeld worden, geef ik de voorkeur aan banen.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 6 maart 2016)
Filed under: column, Financieele Dagblad