Mijn column die ik vorige week schreef over schuld en vermogen heeft de gemoederen danig bezig gehouden. Waar ik doorgaans blij mag zijn met één mailreactie per maand, kreeg ik deze keer deze week van meerdere kanten reacties, in sommige gevallen zelfs van hooggeachte personen. De reacties liepen uiteen van welgemeende complimenten tot aan terechtwijzingen. Zo mild als die boodschap per mail werd gebracht, zo uitgesproken waren de reacties echter op Twitter en de FD-website. Een schande was het, die column, hoe kon iemand zulke onzin opschrijven!
Ik ben me van geen schuld bewust, pardon the pun. De strekking van mijn column was eigenlijk heel simpel. Waar schuld is, is er ook iemand die die schuld gefinancierd moet hebben. De schuld van de ene persoon is om die reden het vermogen van een andere. Per definitie. Zeker, te hoge schuld is slecht, maar het is te simpel, te eendimensionaal om alleen maar over schuld te spreken. Als we spreken over te hoge schuld, kan je net zo goed spreken over te veel vermogen. Zo moeilijk is die boodschap toch niet?
Kennelijk wel. En aan de reacties kan ik ook zien waar het voor veel mensen misging. Schuld is vermogen, maar dat betekent niet dat het omgekeerde –vermogen is schuld- ook waar is. Als ik bijvoorbeeld een huis met een hypotheek koop, ligt mijn schuld vanaf dat moment vast, terwijl mijn vermogen vrij kan bewegen. In het gunstige geval gaat het omhoog, maar in het minder gunstige geval juist naar beneden. Míjn vermogen kan dan dalen, maar mijn hypotheekschuld is nog steeds gelijk aan het vermogen van de bank, daar is niets aan veranderd. Nou kan je zeggen dat de bank ook de waarde van de schuld zou variëren, maar zelfs al zou dat wel zo zijn, dan blijft de stelling dat schuld gelijk aan vermogen is intact. Schuldreductie gaat dus altijd ten koste van het vermogen van iemand anders. Een gratis lunch bestaat niet.
Verkeerde conclusie?
Of trek ik met die laatste zin dan alsnog een verkeerde conclusie? Han de Jong, de Chief Economist van ABN Amro schreef onlangs een column in ESB, waarbij hij meldde dat de structuur van schuld tevens van belang kan zijn. Dat schuld bij de overheid (‘sterke schouders’) minder gevaarlijk is dan schuld bij bijvoorbeeld gezinnen. Je kunt zelfs een stapje verder gaan: door de massale opkoopprogramma’s van centrale banken is de schuld inmiddels op de allersterkste schouder beland. Wat als die schuld ooit wordt weggestreept? Ook die vraag heb ik hier al eens eerder behandeld en het korte antwoord is (waarschijnlijk) niets. Blijkt QE toch nog ergens goed voor te zijn: als gratis lunch.
Ik zie mijn mailbox met vertrouwen tegemoet. ☺
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van woensdag 28 oktober 2015)
Filed under: column, Financieele Dagblad