Afgelopen vrijdag werd er een seminar georganiseerd door de Stanford University en de Hoover Institution over de toekomst en effectiviteit van het Amerikaanse monetaire beleid. Mocht u het gemist hebben, verbaast me dat niet echt, want in de financiële pers is er vooralsnog opmerkelijk weinig aandacht aan de conferentie gegeven.
De olifant in de kamer op een conferentie als deze is wat mij betreft helikoptergeld. Door het gilde van centrale bankiers wordt deze optie doorgaans als te experimenteel gezien, waarmee het een goede graadmeter is van de openheid van de gevoerde discussie. Ik zeg niet dat helikoptergeld omarmd hoeft te worden, maar als je het niet eens serieus bespreekt, dan weet je dat er weinig nieuws onder de zon is.
Helikoptergeld
Het idee achter helikoptergeld is simpel. In plaats van miljarden uit te geven om obligaties te kopen, geeft de centrale bank elke burger een gratis cheque van -zeg- duizend euro. Gratis geld. Duizend euro in handen van een consument is heel wat effectiever dan de dezelfde duizend euro op de balans van een financiële instelling. Mocht het toch niet tot groei of inflatie leiden, dan herhaal je de exercitie desnoods met een hoger bedrag.
Kenneth Rogoff was degene die deze conferentie het predicaat geloofwaardig meegaf door de optie in zijn paper te behandelen. Om daarmee te zeggen dat hij bereid was om ook buiten de kaders te denken, gaat echter wat ver. Ik quote: ‘By no interpretation, has any advanced economy given its central bank the power to decide on either the level or the allocation of highly political direct transfers to general public.’ Het lijntje staat er, laat het kleuren beginnen!
Overigens doe ik Rogoff tekort met deze weergave, want hij ging wel degelijk serieus op het onderwerp in. Zijn grootste bezwaar: door het inzetten van helikoptergeld verwatert de scheidslijn tussen centrale bank en overheid, waarmee de onafhankelijkheid van de centrale bank (op termijn) wordt aangetast. In zijn ogen kan de overheid net zo goed zelf die cheque uitschrijven, waarna de centrale bank alsnog kan besluiten de zaak door het opkopen van staatsschuld te financieren.
Wie vertrouw je conjunctuurbeleid liever toe?
Technisch gezien heeft hij gelijk. Toch knaagt het ergens. Welke instelling is het beste geëquipeerd om conjunctuurpolitiek te bedrijven: overheid of centrale bank? Ik vermoed dat de overgrote meerderheid van het aanwezige publiek op de conferentie deze vraag met optie twee zou beantwoorden. Door principieel te stellen dat centrale banken dit volgens de wet niet mogen doen, leg je de bal in feite bij de overheid neer en diskwalificeer je de mogelijkheid van helikoptergeld op voorhand.
(origineel gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 8 mei 2019)