Ik heb er even over nagedacht deze column dezelfde titel te geven als de column die Jeroen Dijsselbloem vorige week in deze krant schreef. ‘Een ander perspectief op China’, is nou eenmaal geen slechte titel als je een column schrijft naar aanleiding van een onderzoek naar de hoogte van de werkelijke groeicijfers van de Chinese economie.
In de studie A forensic Examination of China’s National Accounts van de Brookings Institution komen de vier onderzoekers tot de conclusie dat de nominale groeicijfers van de Chinese economie in de periode 2008-2016 naar schatting 1,7% lager liggen dan hetgeen door de National Bureau of Statistics (NBS) is gerapporteerd.
De oorzaak van deze overschatting ligt hierbij in de aanlevering van data door de lokale overheden, die een prikkel hebben cijfers te presenteren die laten zien dat gestelde groei- en investeringsdoelen behaald zijn. Dit probleem is op zich al langer bekend en de NBS heeft daar ook altijd voor gecorrigeerd, maar door nu naar andere officiële bronnen te kijken –de btw-opbrengsten- komen de onderzoekers dus nu met lagere groeicijfers.
Als je de groeicijfers over de periode 2008-2018 met 1,7% corrigeert, kom je tot de conclusie dat de omvang van Chinese economie weleens 14% kleiner zou kunnen zijn dan wat er gerapporteerd wordt.
Maakt het uit? Niet voor die miljoenen Chinezen die zich uit armoede hebben weten te ontworstelen: de opmerkelijke transformatie van China blijft een feit. Dat China wellicht toch niet op het punt staat de VS te onttronen als grootste economie ter wereld is ook niet bijster boeiend, want aan de onderlinge machtsstrijd tussen beide landen zal het weinig veranderen.
Het belangrijkste risico van deze aanpassing lijkt mij die voor de schuldpositie van China. Volgens het IMF ligt de private sector schuld als percentage van het bbp op zo’n 250%, een getal dat op basis van dit onderzoek in werkelijkheid onder de 300% uitkomt.
Ras optimist
Nu zal de ras-optimist voorrekenen dat een nominale groei van 10% per jaar in combinatie met een stabiele absolute schuld wonderen doet. Een simpele berekening laat zien dat een schuldratio in zes jaar tijd van 250% naar 140% daalt.
Met de nieuwe cijfers krijgen we echter een iets ander perspectief, waarbij zowel de startwaarde van de schuld als de nominale groeivoet minder gunstig uitkomen. Daarnaast heeft China de afgelopen twee jaar bewust beleid gevoerd om de schuldgroei onder controle te krijgen. Als percentage van de officiële bbp-cijfers leek dat te zijn gelukt, uitgaande van de lagere nominale groei dus niet. Van een constante absolute schuld om de echte schuld… uhm… ’reductie’ te bewerkstelligen is geen moment sprake geweest.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 20 maart 2019)