Mogen we nu dan van een handelsoorlog spreken? Toen ik de term een maand geleden in de mond nam, werd mij nog fijntjes verteld dat het om een conflict en niet om een oorlog ging. De Verenigde Staten schermden op dat moment met een 25%-tarief op $50 mrd aan Chinese importen en er werd naar verluidt nog volop onderhandeld om de zaak op een vriendelijke manier af te handelen.
Inmiddels is bekend dat die $50 mrd op 6 juli daadwerkelijk van kracht wordt, en dat de Amerikanen daarnaast nog een tweede lijst opstellen ter waarde van $200 mrd, waar een 10%-tarief voor moet gaan gelden. President Donald Trump heeft bovendien gezegd dat de lijst voor de volgende $200 mrd ook al in de la ligt.
Qua handel is de grens op deze manier in elk geval snel bereikt. Amerika importeerde in 2017 voor iets meer dan $500 mrd uit China. Bij China kwam de teller in dat jaar uit op $130 mrd. Met de lijst van $200 mrd heeft Trump in elk geval bereikt dat China niet meer like-for-like kan reageren.
Maar je hebt niet heel veel fantasie nodig om te beseffen dat China alsnog kan terugslaan. Bijvoorbeeld met hogere tarieven, belemmeringen voor handelsvrijheid van Amerikaanse bedrijven in China, een devaluatie van de yuan, of de verkoop van Amerikaanse staatsschuld. De potentiële lijst van tegenmaatregelen is lang. En pijnlijk vooral.
Wie daarbij denkt dat de hardste klappen in China en de VS vallen, heeft het bij het verkeerde eind. Zelfs als de handelsoorlog zich tot beide landen zou beperken — iets wat momenteel niet heel erg waarschijnlijk lijkt — dan nog breidt het conflict zich als een olievlek over de hele wereld uit.
De producten die China niet meer in de VS kan verkopen, zullen ze ergens anders in de wereld aan de man proberen te brengen. De Amerikanen zullen op hun beurt op zoek naar nieuwe afzetmarkten voor getroffen landbouwproducten. In deze strijd zijn grote, goed gediversifieerde landen zoals de VS en China beter in staat om zich aan te passen dan kleine economieën die sterk afhankelijk zijn van de handel in slechts een beperkte productgroep.
6 juli is een belangrijke dag
Daarnaast zet een escalerende handelsoorlog de groei in het Westen en China onder druk. Voor veel opkomende landen is met name de sterke groei van de Chinese economie de motor geweest achter het eigen succes. Valt die groei tegen, dan begint ook die motor te sputteren. Als dan onverhoopt de dollar ook nog eens in waarde stijgt, dan is wel duidelijk dat het met name de opkomende markten zijn die in de vuurlinie van deze handelsoorlog liggen.
Kortom, 6 juli is een belangrijke dag. Voor de wereldeconomie, de aandelenmarkt en het verdere verloop van deze handelsoorlog. Maar vooral ook voor het lot van de opkomende landen.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 25 juni 2018)