De afgelopen maanden was het weer bal en publiceerde elke zichzelf respecterende financiële instelling een Outlook op 2017. Verplicht leesvoer als je het mij vraagt. Niet zozeer omdat je daar te lezen krijgt wat 2017 ons te brengen heeft, maar wel omdat je zo een beeld krijgt hoe de consensus tegen de wereldeconomie aankijkt. Niet onbelangrijk, want ken je de consensus, dan weet je ook gelijk waar de echte risico’s en meevallers voor het nieuwe jaar liggen.
Optimisme heerst
De algemene boodschap? Optimisme voert de boventoon. Reflatie is het toverwoord en met de verkiezing van Trump lijkt er eindelijk een keerpunt zijn bereikt. Althans, dat is de boodschap die je krijgt als je de vooruitblikken leest. Wat echter opvalt is dat al die optimistische geluiden zich vooralsnog niet echt hebben vertaald in al te optimistische groeivooruitzichten. De gemiddelde groeiverwachting voor de Amerikaanse economie in 2017 staat momenteel op 2,2%, precies in lijn met de gemiddelde groei van de afgelopen drie jaar. Voor de eurozone staat de teller nu op 1,4%, en dat is zelfs onder de gemiddelde groeirealisatie van 1,6% van de afgelopen drie jaar. Het is maar wat je reflatie noemt.
Op zich kan ik nog wel begrijpen dat je als analist je kruit qua groeiverwachting liever droog houdt. Wie de afgelopen vijf jaar een positieve groeivoorspelling had afgegeven, had er consequent naast gezeten. Lage groei, geen inflatie: dáár scoorde je goed mee bij de beleggers, die zelf ook het geloof in enig blijvend herstel massaal leken te hebben opgegeven. De drempel om nu opeens op 3% groei te gaan zitten, is dus ook hoog.
Het probleem is echter dat je met die aanhoudende lage groeiramingen geen al te goede verklaring hebt voor het optimisme dat we de afgelopen twee maanden op de beurs hebben gezien. Zeker, bij Amerikaanse aandelen speelt de hoop op een belastingverlaging voor het bedrijfsleven een niet te verwaarlozen rol. Maar dat Europese aandelen 9% in waarde zijn gestegen, terwijl iedereen voor volgend jaar lagere groei voorspelt, komt toch wat vreemd over.
Winstgroei is nog steeds mogelijk
Nu heb je op zich geen hele hoge BBP-groei nodig om toch tot een sterke winstgroei te komen. Zolang bedrijven kosten weten te drukken, kan een verbetering van de winstmarge alsnog tot winstgroei leiden. Het probleem is echter dat de Outlooks op dat punt duidelijke risico’s signaleren. Oplopende loonkosten, hogere (her)financieringskosten, stijgende grondstoffenprijzen: het gevaar van margedruk ligt duidelijk op de loer.
Kortom, de lage BBP-groei en de optimistische verwachtingen voor de winsten en aandelenmarkten matchen niet met elkaar. Eén troost: ze matchen nooit. Wat dat betreft lijkt 2017 nu al op 2016.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 9 januari 2017)
Filed under: column, Financieele Dagblad